Onze races in de Lamborghini Super Trofeo op het mooie Franse circuit van Paul Ricard hadden beide twee gezichten. Een zevende plek in de eerste en een vijfde in de tweede race zijn in het sterke veld natuurlijk niet slecht. Maar er had zoveel meer in gezeten!
We zijn overgestapt naar Bonaldi Motorsport, een team met enorm veel ervaring in de Lamborghini Super Trofeo. Ze zijn de laatste twee seizoenen kampioen geworden en zijn echt gespecialiseerd in Lamborghini. We willen ons dit jaar echt in de kijker rijden en bij Bonaldi moet dat zeker lukken.
Tijdens de kwalificatie merkte ik dat de rem niet optimaal werkte. Dat kost natuurlijk wat tijd en meer dan de 10e startpositie zat er daarom niet in voor mij.
Ik startte de eerste race en merkte dat ik een ‘zacht rempedaal’ had. Als ik wilde remmen had ik weinig remdruk en ik moest daarom steeds de rem als het ware oppompen om goed te kunnen remmen. Na enkele ronden viel echter ook de ABS uit en dan is het helemaal moeilijk om voluit te kunnen rijden, want de voorkant van de auto blokkeert dan heel snel.
Ik moest enorm mijn best doen, maar het lukte me om de auto toch nog op de 8e positie aan Milan over te geven. Ik vertelde Milan wat er aan de hand was en hij kon heel knap, ondanks het remprobleem, toch nog een positie winnen. Met een 7e plaats hebben we alles eruit gehaald dat er in zat.
Toen de monteurs van Bonaldi gingen kijken wat er aan de hand was bleek dat het linker voorwiel los zat. Een sensor gaf daardoor een foutmelding, met als gevolg dat de rem niet optimaal werkte en de ABS was uitgevallen. Dat was wel even schrikken, we hebben geluk gehad dat het wiel er niet afgelopen is. Gelukkig kon het team de auto op tijd voor de tweede race op zondag repareren.
Milan ging de tweede race van start vanaf de zevende startpositie en ik kon het stuur halverwege de race overnemen op de vijfde plek. Al snel kon ik de rijder voor me passeren en ik reed het gat naar de nummer drie vlot dicht. Ik ging hem voorbij met een strakke inhaalactie en was op dat moment één van de snelste rijders op de baan.
Toen ik de aansluiting had gevonden met de nummer twee kreeg ik via het team door dat de rijder op kop een tijdstraf had van drie seconden. Dus wilde ik de coureur voor me passeren en aansluiten bij de koploper. Ik wilde in een bocht binnendoor sturen en zat naast hem, maar hij stuurde in en tikte me aan, waardoor ik spinde. Dat kostte me tien seconden en veel posities. Ik kon uiteindelijk nog wel wat concurrenten passeren, maar de vijfde positie was toch wel wat teleurstellend. We hebben in elk geval laten zien dat we serieus kunnen racen.
Na de race zei men tegen mij dat de inhaalactie voor de overwinning een logische keus was. Ayrton Senna zei ooit “Als je niet gaat voor een gat dat je ziet ben je niet langer een coureur.” En zo is het!